Bob Dylan. Je vindt ‘m fantastisch of verschrikkelijk. Vast staat dat zijn tekstwerk hem een Nobelprijs voor Literatuur opleverde. Over zijn nummer Desolation Row zijn hele boeken geschreven. En hordes studenten Literatuurstudies zwoegen tijdens lange colleges op zijn teksten. Desolation Row is een bonte verzameling verwijzingen naar Bijbelse figuren, mythologie, mensen en gebeurtenissen uit Dylans omgeving. Succes daarmee.

In Jaarboek Twente 2020 stond een verhaal over een Hengelose jongen die tijdens een vakantie in Londen van de straat werd geplukt. Hij werd een willekeurig café ingetrokken en moest met iemand op de foto. Dat bleek Bob Dylan te zijn. De foto was voor een albumhoes. Dylan bleef stoïcijns zwijgen, terwijl de Hengeloër Engels, Duits, Nederlands én Twents tegen hem probeerde te praten.

Dat laatste bracht Gerrit Lansink op een idee. Hij riep een stuk of 15 schrijvers uit Twente op om een eigen couplet te maken op het metrum van Desolation Row, met verwijzingen naar mensen en gebeurtenissen uit hun eigen Twentse gemeente. In het Twents. Ook ik kreeg de vraag of ik wat over Rijssen wilde schrijven. Liefst in de Nysassiske Skryvwyse. Leuk, riep ik.

Doolhof
Maar toen moest het nog gebeuren. En dan kom je dus in het Doolhof van Dylan. Want het staat inderdaad bol van historische gebeurtenissen en kenschetsen van mensen die blijkbaar indruk maakten op Dylan. En het rijmt ook nog. Al is hij niet zo strikt met het metrum. Maar ja, ik ben slagwerker. Dus alles moest kloppen. Met Bijbelse verwijzingen komt het wel goed, als je het over Rijssen hebt. Zelfs zoveel dat ik er flink met de snoeischaar door moest om het terug te brengen naar zes/twaalf regels. En er zijn een aantal mensen waar ik nog vaak aan terug denk, die ik graag wilde verwerken in mijn couplet:

Al seyd twaalv dree-en-veertig en eyrder,
sköt dat täkken uut den strunk.
Dat solde y et nit geaven, ney,
den sloupkoagel höldt et jung.
Klown Dinant den bouwt syn cirkus,
wår as hee ouk med de kråmbeyne geyt.
Regt door Zee, den Wilden Röyver.
Klarinetje singt nu syn leed.
En et köäsene volk dat mostert,
trekket in eksodus alle weaken,
Vul ootmood besettet se de seellouse stråten,
en töynt et Mooie Land den nekken.

De uitleg mag je natuurlijk zelf gaan uitpluizen. Da’s ja de charme der van. Al vroeg Lansink me om een uitleg en heb ik er vervolgens twee A4’tjes over volgeschreven. Ik weet niet of die nog ergens online komt te staan.

Schrijven… en zingen?

Maar toen… Het is natuurlijk wel zo mooi dat die tekst dan ook uitgevoerd wordt. Wie gaat dat doen? De een na de andere schrijver bedankte je de koekoek op de suggestie om het zelf in te zingen. Verschillende mensen wezen naar mij. Nu merkte ik meteen al dat Dylans nummer qua akkoorden niet al te moeilijk in elkaar zat. Een simpel EAB-schema, waar ik voor mijn eigen gemak een GCD van maakte. En ik had van mijn WATATA-avontuur nog een goeie microfoon staan én toevallig een maand geleden in een akoestische gitaar geïnvesteerd. Metronoom op 110 en gaan. Eén take en de gitaarpartij stond.

Het zingen was ein ganz anderes Tier. Ik ben niet de Beste Zanger van Nederland. Dylan ook niet, maar je wilt het toch wel goed doen. Dertien coupletten van een minuut, die niet allemaal in één keer goed gingen. Sommige schrijvers hadden zich niet helemaal aan de regels gehouden, dus het was nog een hele puzzel om dat passend op het metrum te krijgen. Een couplet moest ik zelfs behoorlijk bijknippen. Anderhalf uur verder en nog niet tevreden. Toen nog maar eens anderhalf uur. En heb je die baspartij geluisterd? Daar zit toch nog wel iets meer werk in. En die begeleidende sologitaar tussendoor. Al met al een hele kluif.

Het resultaat is inmiddels te beluisteren en mee te lezen via de Twentse Taalbank.

Eigen inbreng
Het was een mooi samenspel (bedankt voor deze woordgrap Gerieke :D) van meerdere Twentse schrijvers en schrijfsters. Ieder met een heel eigen inbreng. De een bleef in de geest van Dylan, een ander maakte er een maatschappijkritisch verhaal van, een derde gewoon een leuk anekdotisch geheel à la Lola van de Kinks.

Nu ben ik wel benieuwd of jij uit mijn couplet alle verwijzingen weet te filteren. Succes met deze puzzel!